Heerenveen
Heerenveen is vooral bekend van SC Heerenveen en van Thialf en wordt wel betiteld als de sportstad van het Noorden, maar ook op toeristisch gebied heeft de gemeente Heerenveen je veel te bieden. Heerenveen, qua aantal inwoners de vierde plaats van Friesland, behoort niet tot de Friese elf steden. Het ligt tussen de bossen en de uitgestrekte heidevelden naar het oosten en het water, de meren en kanalen, die Friesland zo aantrekkelijk maken voor de watersporter, in westelijke richting.
Heerenveen is het oudste veenkanaaldorp van Nederland. Het is in 1551 ontstaan op het kruispunt van de Heeresloot en de Schoterlandse Compagnonsvaart. Het graven van deze twee kanalen gebeurde op initiatief van drie heren: Van Dekema, Cuyck en Foeyts. Op 24 juli 1551 richtten ze een compagnie op met als doel grote stukken land te kopen om aan veenontginning te doen. Vandaar de naam de heeren -van het- veen, oftewel Heerenveen. Er ontstond een concentratie van middenstand en handel, hetgeen voor woningzoekenden en ondernemers weer aanleiding was tot vestiging in nabije omgeving. In de negentiende eeuw groeide de nederzetting samen met Oranjewoud uit tot een plaats met veel bestuurders, regenten en gegoede burgerij oftewel tot het ‘Friese Haagje’.
Crackstate behoort tot de bezienswaardigheden van Heerenveen en is één van de mooiste monumenten van Friesland. Het statige huis is in 1648 als woonhuis gebouwd door Johannes Sytzes Crack vermoedelijk op de plaats waar zijn voorvader in 1608 de eerste Crackstate bouwde. Tot 1833 deed het dienst als woonhuis, daarna werd het een ‘Regtbank van eersten aanleg’ met later een afzonderlijke gevangenis achter Crackstate. In de Tweede Wereldoorlog oefende de bezetter een waar schrikbewind uit in de gevangenis. Sinds 1952 doet het dienst als gemeentehuis. Bijzonder is het koepeltje op Crackstate. Waarschijnlijk deed de decoratieve toren dienst als uitkijkpost om de landerijen rondom de state in de gaten te houden. In 1962 werd een beiaard van 37 klokken in de koepel geplaatst en in 1985 werd het carillon gereviseerd.
Het Museum Belvédère is een museum voor moderne en hedendaagse kunst in Heerenveen. Het is vernoemd naar de Belvédère in het Parkgebied Oranjewoud. Het Museumpark Landgoed Oranjewoud omvat het museum met het bijbehorende moderne landschap en het oude Landgoed Oranjewoud. Op 24 november 2004 werd het museum en het landgoed geopend door koningin Beatrix.
Oenemastate is de andere ‘stins’ van Heerenveen en net zoals Crackstate een Rijksmonument. Het werd 1640 gebouwd in opdracht van grietman Amelius van Oenema. Gebouwd als woonhuis heeft het na 1828 dienst gedaan als gemeentehuis, kantongerecht en als belastingkantoor. Het is nu een café.
De binnenstad van Heerenveen biedt legio mogelijkheden voor een gezellig avondje uit. Heerenveen beschikt over een bioscoop, een casino, een prachtig theater, diverse discotheken en vele leuke kroegen en cafés waar men tot in de late uurtjes terecht kan. En bij de geringste zonnestralen stromen de terrassen al vol.
Culinair genieten, dat kan zeker in Heerenveen! Heerenveen beschikt over een divers aanbod van eetcafés, restaurants en gezellige terrasjes. Kortom: een ruime keuze voor een uitgebreide lunch of een geslaagd etentje (http://www.vvvheerenveen.nl/eten-en-drinken/). En er is een meer dan compleet winkelaanbod in een compact en daardoor uitstekend beloopbaar centrum. Uiteraard zijn alle winkels die je mag verwachten bij een plaats als Heerenveen aanwezig. Maar Heerenveen beschikt ook over tal van unieke, specialistische en thematische winkeltjes en boetiekjes.
Heerenveen heeft een spoorwegstation gelegen aan de spoorlijn Leeuwarden – Zwolle en heeft vanwege de ligging langs de A7 en de A32 goede (bus)verbindingen richting de Noordoostpolder, Sneek, Leeuwarden, Groningen en Zwolle.
Naast voetbalwedstrijden van de plaatselijke SC is een belangrijke evenement het Flaeijelfeest in Oude- en Nieuwehorne (bij Heerenveen) op de laatste zaterdag in september. Bezoekers kunnen kennismaken met het vroegere leven anno 1920 op het platteland. Er is een boerenoptocht die bestaat uit een 80-tal antieke landbouwwerktuigen, koetsen, karren en andere voertuigen. Deze prachtige voertuigen worden allemaal getrokken door paarden en vormen zo een rijdend museum van ruim 4 kilometer. In het openluchtmuseum ziet men op landgoed De Horne een kopie van een dorpsstraat anno 1920. Met een bakkerij, het dorpscafé, de boerenleenbank, de school, de dokterspraktijk, de smederij, enzovoort. Gedurende de gehele dag zijn er diverse demonstraties met oude stoommachines en pp het ringrijdveld vinden demonstraties ringrijden plaats en wordt jaarlijks gestreden om de Sulveren Flaeijel.
De meeste aandacht gaat echter toch uit naar de (internationale) schaatswedstrijden die op de overdekte schaatsijsbaan Thialf verreden worden.